Werkwijze

 

Een wandelende tak in de laatste fase, lengte 9cm .

 

De verhoudingen zijn goed te zien door de speld die er nog inzit. Op die dikte is het geheel ook gebreid.

Het kleurverschil in het lijf krijg ik door 2 verschillende draden naaigaren te gebruiken en die kleuren steeds te wisselen.

Vorm komt er in door steken te meerderen en minderen. De pootjes bestaan uit dun ijzerdraad omwikkeld met verschillende kleuren garen.

De vleugels schilder ik met gouache op dun Japans papier. In de vleugels zitten ook gekleurde draden, als nerven.

werkwijze 01

 

 

Pootjes aan een bij. Vastzetten en in de juiste vorm modelleren.

werkwijze 02

 

Opzet van een beervlinder, Collectie V, de middelste van de doos. Totaal 3cm lang.

Ook hier is het kleurverschil verkregen door met verschillende kleuren naaigaren te breien. De vorm komt er door de steken te meerderen en minderen.

werkwijze 10

 

Opzet van vliegenvleugels.

Hier zijn de gekleurde draden tussen het Japans papier goed te zien, een heel precies werkje om het juiste patroon te krijgen.

Op het papier schilderde ik met gouache.